“Kunst kan niet modern zijn, kunst is eeuwig.”
Ik citeer Egon Schiele, Oostenrijkse expressionist die het werk van Vandaele sterk beïnvloed heeft. Na zijn academische vorming, waar hij een hoog doorgedreven anatomische kennis en verruimde en diepgaande kijk op kunst geleerd heeft, gaat Vandaele op zoek naar een eigen stijl.
Een stijl die erg beïnvloed is door het expressionisme van de 19e eeuw.
Daarnaast zijn ook de verschijningsvormen uit de hedendaagse expressieve dans een belangrijke inspiratiebron.
Daarom geeft Vandaele de voorkeur aan de belichaming van de menselijke gestalte in zijn bronzen. Hij kiest voor het vastleggen van expressies in zijn beelden: vertwijfeling, verwondering, overwinning, agressie, trots, neerslachtigheid, angst, gelatenheid en rust.
Allemaal uitdrukkingen die zijn beelden doen spreken, ze tot leven brengen. Altijd opnieuw zijn de sculpturen drager van de aspecten van het hedendaagse leven in het algemeen: ‘De natuur als leermeesteres van de kunst’ als het ware.
Vandaele beeldt echter niet zomaar af; hij wil verbeelden: altijd schept hij dier of mens naar eigen zin en inzicht. De figuren staan uitgebeeld met langerekte ledematen, figuren ten prooi aan kwetsbaarheid, hulpeloosheid en dreiging. Ze verkeren in labiele toestand: elk ogenblik dreigen ze hun evenwicht te verliezen; tragisch. Maar tragiek en schoonheid zijn niet noodzakelijk twee begrippen ie volgens Vandaele gescheiden dienen te worden.
De beeldhouwer werkt altijd alleen. Hij wendt zich af van het gebruik van het ‘levend model’. Hij nestelt zich eenzaam in zijn atelier en kruipt in de huid van het beeld zodat alleen zijn handen en zijn ziel de werktuigen vormen tot de nieuwe creatie. Maar naast de schepper van zijn beelden is Vandaele ook de ambachtsman die het gietproces van nabij volgt en de laatste hand legt aan de afwerking van zijn beelden in de bronsgieterij. Hij kent zijn ‘métier’.
Vandaele neemt afstand van de steeds nieuwe of elkaar beconcurrerende avant-gardismen. Hij bekeert zich niet tot het academische van weleer maar probeert gestalte te geven aan het hedendaagse leven of levensgevoel. Door het gevoelsmatig bewerken van de natuur tracht hij zowel de leek als de vermeende kunstkenner te boeien. Hij probeert de toeschouwer in zijn ziel te raken en hoopt zo zijn oeuvre als erfenis te bestempelen voor onze wereld. Want ‘kunst kan niet modern zijn, kunst is eeuwig’.